De oorsprong van karate kent een lange geschiedenis met invloeden vanuit vele culturen maar over het algemeen wordt aangenomen dat 'de geboorte' van karate in Okinawa ligt.
Van oorsprong her werd karate van vader op zoon overgedragen en diende het vooral de bescherming van zichzelf en dierbaren. Zo tegen het eind van de 19de/begin 20ste eeuw werd karate door verschillende Okinawaanse meesters op het Japanse vasteland geïntroduceerd. Japan maakte karate populair, vooral als sportvorm en ook als een manier voor persoonlijke groei en ontwikkeling.
Vanuit Okinawa en Japan is het karate in de jaren vijftig en zestig in de Verenigde Staten en Europa terecht gekomen. De weg van de lege hand heeft op die manier zelf een flinke weg afgelegd waarbij de doelstellingen, intenties en uitingsvormen zeer divers zijn; van pure zelfverdediging, via weerbaarheid en sport naar een levensfilosofie. In dat laatste geval spreken we meestal van karate-do.
De basis is krachtig op eigen benen leren staan om van daaruit te leren je armen en benen als krachtige wapens te gebruiken om jezelf of dierbaren te beschermen. Jezelf beschermen tegen anderen maar zeker ook tegen invloeden vanuit jezelf; je gedachten en gevoelens. Dit alles ten dienste van een vreedzame samenleving die ten allen tijden bij jezelf begint.
Op die manier bekeken is karate dus een training van je geest en lichaam waarbij de technieken van het karate het middel zijn om beiden te trainen. Alle verdedigingen en aanvallen worden met een onverzetbare geest geoefend en getraind. Naast de veelheid aan allerlei verdedigings- en aanvalstechnieken worden ook de zogenaamde kata geoefend.
Een kata is een vorm, een mal. Het is als een soort praktisch wijsheidsboek waar je allerlei korte gevechtshandelingen zelfstandig oefent en traint. Vooral wanneer je thuis alleen bent zijn de kata fantastische trainingsmiddelen. De kata krijgt meer inhoud wanneer je de gevechtshandelingen ook met een oefenpartner oefent en traint.
Het laatste trainingsonderdeel van karate is het vrije gevecht. In het vrije gevecht leer je alle technieken op een bewegende en reagerende oefenpartner te gebruiken. Naast snelheid en kracht wordt in het gevecht ook het strategisch denken getraind zodat de kans op overwinning niet alleen afhangt van grootte en kracht maar voornamelijk van techniek, snelheid en slimheid.
Shito-ryu is de stijl die wij binnen onze school onderwijzen en trainen. Het Shito-ryu is gecreëerd door Soke Mabuni Kenwa en doorgegeven aan zijn oudste zoon Soke Mabuni Kenei.
Soke Mabuni is vanaf begin jaren 90 van de vorige eeuw met grote regelmaat, op uitnodiging van Meester Nakahashi, naar Europa gekomen om de leringen van zijn vader aan de Europese karateka's over te dragen.
Dat is hij blijven doen tot 2010 waarna de lange reizen vanuit Japan naar Europa voor zijn welzijn niet meer verantwoord waren. Vanaf dat moment was het aan de Europese karateka's om naar de Yoshukan dojo van Soke Mabuni in Osaka te gaan.
In 2014 is Joost met een groep Nederlandse- en Duitse karateka's bij Soke Mabuni in Osaka geweest.
In het begin van de 20ste eeuw stelde de Japanse overheid de karatemeesters verplicht om hetgeen zij onderwezen te structureren en tevens voor de duidelijkheid te voorzien van een naam. Zo zijn eigenlijk de verschillende karatestijlen ontstaan. Voor die tijd immers beoefenden de meesters gewoon karate uit een bepaalde omgeving; zo zei men bijvoorbeeld 'ik beoefen Te bij meester Itosu uit het dorp Shuri'en dan wist men precies wat je oefende en trainde.
De naam van een karatestijl is dus ontstaan door toedoen van de Japanse overheid. In Okinawa en Japan zijn er heel veel verschillende karatestijlen. Voor een groot deel zijn het familiesystemen die steeds van leraar op leerling overgedragen worden. Een aantal heel bekende karatestijlen zijn Shito-ryu, Shotokan, Goju-ryu, Wado-ryu en Kyokushin met hun grondleggers resprectievelijk Mabuni Kenwa, Funakoshi Gichin, Miyagi Chojun, Ohtsuka Hironori, Oyama Masutatsu.
Naast de verschillende karatestijlen kwamen er ook bonden en organisaties die gingen samenwerken om het lesgeven en de verspreiding van een bepaalde karatestijl makkelijker mogelijk te maken. Samen sta je toch sterker dan alleen. Een voorbeeld hiervan is de Dento Mabuni Shito-ryu Karate-do International, de Internationale stijlgroep van de Shito-ryu school van Soke Mabuni Kenwa en diens oudste zoon Soke Mabuni Kenei en diens zoon Soke Mabuni Kenyu.
Een ander voorbeeld is de World Karate Federation (WKF) waar onder andere de Karate-do Bond Nederland als sportbond onder valt. Ten aanzien van wedstrijden kun je nog een onderscheid maken tussen de mate waarin contact is toegestaan; zo zijn er wedstrijden semi-contact en full-contact. De stijl van karate heeft niets van doen met een wedstrijdsysteem. Immers, karate is van oudsher full-contact....
Oorspronkelijk werd karate getraind om zichzelf en dierbaren te kunnen beschermen tegen de gewone man of vrouw die bijvoorbeeld iets wilde stelen of tegen iemand die bijvoorbeeld vanuit een bepaalde emotie je pijn wilde doen. Slechts in die gevallen moest je voor jezelf kunnen opkomen om daarna weer vreedzaam verder te leven.
Van oudsher heeft de Aziatische gevechtskunsten haar wortels in gevechtssystemen en tradities waar het er veel ruiger aan toe ging. Denk bijvoorbeeld aan de gewapende gevechtskunsten waarbij het niet kunnen verdedigen bijna altijd resulteerde in dood of ernstige verminking. Training in die kunsten was vooral voorbehouden aan mensen uit de krijgerskaste. Hun doel was het om te overleven op het slagveld.
Toen echter op een bepaald moment de vrede de overhand kreeg waren deze krijgers minder nodig. Sommigen van hen traden in dienst van de politie, anderen stopten met hun training en weer anderen gingen lesgeven in deze oude krijgskunsten waarbij ze de doelstelling veranderde 'van overleven naar leven'.
De vaardigheden die de krijgers hadden werden ten dienste gesteld van het leraarschap om hun leerlingen de beginselen van de gevechtskunst te leren. Deze keer echter niet om te doden of te verminken maar veel meer vanuit traditie, kunstvorm of als middel om een goed mens te worden.
De Aziatische gevechtskunsten hebben dus ook een soort reis meegemaakt waarbij de oude gevechtskunsten (Bujutsu), die ten doel hadden om te overleven, stap voor stap omgevormd werden tot gevechtstradities (Budo) die leven en persoonlijke groei en ontwikkeling ten doel hadden.