In een dojo zijn allerlei gedragsregels (normen dus) waar de karateka zich aan moet houden. Als je de dojo beschouwt als een plaats waar jij als karateka op bezoek bent, net zoals je wel eens bij een vriend op bezoek bent, dan is het wel te begrijpen dat je de regels die daar heersen ook moet respecteren. De leraar heeft in de dojo mede de taak om er op toe te zien dat jij als gast van de dojo dat ook doet. Wat zijn nou precies de regels die in een dojo gelden?
Regels ontstaan veelal uit opvattingen over wat goed en nastrevenswaardig is. De waarden die in de dojo als nastrevenswaardig gezien werden door de grootmeesters van weleer zijn opgeschreven in de dojokun. De allereerste vermelding van het bestaan van een dojokun gaat terug naar de tijd van Bodhidharma. Naast de verschillende lichaamsoefeningen gaf hij de monniken ook een aantal leefregels die hij nastrevenswaardig vond.
De dojokun die in het huidige karate gebruikt wordt is afkomstig van de karategrootmeester Sakugawa Shungo (1733-1815) en deze dojokun is geënt op de dojokun van Bodhidharma.
In de dojokun van Sakugawa zijn de volgende waarden opgenomen.
1. Jinkaku kansei ni tsuto muru koto - zoek perfectie van karakter.
Deze waarde verteld iets over de innerlijke verhouding die een mens tot zichzelf heeft. Het wordt duidelijk dat de beoefening van karate niet alleen fysiek is maar dat de beoefenaar in elke dagelijkse situatie kritisch naar zichzelf moet kijken. Hij kan op die manier ontdekken waar zijn innerlijke problemen, die de perfectie van zijn Zelf in de weg staan, precies gelegen zijn. Door deze waarde wordt de karateka opgeroepen om zijn innerlijke problemen op dezelfde wijze te lijf te gaan als dat hij dat in de training met zijn fysieke onvolkomenheden doet.
2. Makoto no michi o mamoru koto - ben betrouwbaar, loyaal en trouw
Deze waarde verteld ons iets over de houding van de mens ten opzichte van het leven en de bereidwilligheid de juiste relatie tussen zichzelf en de ander aan te gaan. Ze maakt duidelijk dat op de weg naar bijvoorbeeld een doel er tegelijkertijd een goede relatie moet blijven bestaan tussen zichzelf en de ander.
3. Do ryoku no seishin o yashinau koto - streef naar uitmuntendheid
Deze waarde verteld iets over de verwerkelijking van de persoonlijke doelen die een mens zichzelf gesteld heeft. Ze heeft heel nauw met de vorige twee waarden te maken. Men zal, volgens deze waarde, niet blindelings zijn doel achterna moeten lopen maar men zal tegelijkertijd een volgroeide of volwassen houding moeten nastreven.
4. Rei gi o omonzuru koto - respecteer anderen
Deze waarde verteld iets over de juiste manieren die een mens in acht moet nemen als hij door andere mensen begrepen en geaccepteerd wil worden. Deze waarde ligt ten grondslag aan heel veel regels die in de dojo-etiquette zijn terug te vinden. Het zijn dan met name die regels die betrekking hebben op het overbrengen van respect voor jezelf, de ander en de gevechtskunst die je beoefend.
5. Kekki no you o imashi muru koto - zie af van gewelddadig gedrag
Deze waarde heeft betrekking op een noodzakelijke innerlijke houding om tot samenleven in staat te zijn. Tegelijkertijd geeft het aan dat een gevorderde in het karate in staat is andere mensen zeer ernstig letsel toe te brengen. Hij kan dus een gevaar voor de samenleving vormen. Vanuit die optiek is het noodzakelijk dat een karateka alles op alles zet om fysiek geweld te voorkomen. Dit kan alleen als de karateka een innerlijke groei heeft doorgemaakt waarin zijn Ego minder groot is geworden.