In dit gedeelte zoomen we in op de ontwikkeling van het Shito-ryu karate-do. De geschiedenis begint dan met de geboorte van de oprichter van het Shito-ryu, namelijk grootmeester Kenwa Mabuni.
Grootmeester Kenwa Mabuni werd op 14 november 1889 in Shuri City (Okinawa) als 17e afstammeling van een Okinawaanse keimochi genaamd Oni Ougusuku geboren. In zijn jonge jaren leed Kenwa Mabuni aan een slechte gezondheid en hij wilde graag uitgroeien tot een zeer sterk man. Het is vanuit die wens dat hij op dertienjarige leeftijd, via een vriend van de familie, geïntroduceerd werd bij grootmeester Ankoh Itosu uit het dorp Shuri die toen de 70 al was gepasseerd. Het eerste dat grootmeester Itosu aan Mabuni leerde was het kata naihanchi. Gedurende 3 jaar trainde Mabuni dit kata en al spoedig verbeterde zijn slechte gezondheid. Uiteindelijk leerde Mabuni 23 kata’s van grootmeester Itosu en toen deze grootmeester in 1915 stierf was dit voor Mabuni een enorm grote klap. Uit respect en om hem te eren heeft Mabuni gedurende één jaar bij het graf van grootmeester Itosu getraind. Op zijn 20ste werd Mabuni door zijn vriend Chojun Miyagi voorgesteld aan grootmeester Kanryo Higaonna uit het dorp Naha, waarna Mabuni een leerling van deze grootmeester werd. Nadat Mabuni van de Junior High School afstudeerde en hij zijn militaire dienstplicht vervuld had werd hij in 1913 politieman. Drie jaar later, in 1915, werd hij inspecteur bij het Naha centrale politiebureau, afdeling recherche. Tijdens zijn dienstperiode ging hij met de studie van de vechtkunsten door en mede door zijn werk kwam hij in contact met vele andere gevechtskunsten. In 1918, Mabuni was toen 28 jaar, opende hij een dojo in zijn achtertuin. In deze dojo gaven verschillende meesters les (o.a. meester Funakoshi, Oshiro, Chibana, Kyoda, Motobu, Hanashiro, Gokenki) maar de twee hoofddocenten waren Miyagi en Mabuni. Daarnaast gaf Mabuni ook les aan de politieschool en aan de marineschool van Okinawa.
Tevens startte hij in zijn eigen huis in Shuri in 1918 samen met Chojun Miyagi, Chomo Hanashiro, Choyu Motobu de zogenaamde Toudijutsu Kenkyukai (een karate studiegroep). De belangrijkste doelstellingen van deze groep waren:
· behoud van het traditionele karate als erfgoed van Okinawa;
· alle karategroepen bij elkaar brengen en zo een blok te laten vormen;
· het ware karate doorgeven aan toekomstige generaties in Okinawa maar ook daarbuiten;
· het op een hoger peil brengen van het karate zodat de Japanners het een volwaardige kunst zouden gaan vinden.
Deze vier leraren maakten verschillende regels om deze doelstellingen te bereiken. Eén van de belangrijkste regels was dat een leraar aan leerlingen van de studiegroep in zijn eigen dojo geen les zou geven. Dit zou namelijk de studiegroep geld gaan kosten en de studiegroep zag het leven via geleend geld. Elke zondag werden er door verschillende meesters les gegeven. Dit duurde tot 1929 toen als gevolg van niet nagekomen betalingen de studiegroep opgeheven werd.
In 1927 bracht grootmeester Jigoro Kano van de Kodokan (grondlegger van de judo) een bezoek aan Okinawa. Tijdens dit bezoek gaven Mabuni en Miyagi een demonstratie van het kata en de uitleg hiervan. Kano sensei complimenteerde hen met deze schitterende kunst en hij wees erop dat men in Japan een dergelijke vechtkunst wel zou willen beoefenen. Samen met Miyagi ging Mabuni in 1928 naar Japan om aldaar allerlei demonstraties en lezingen over karate te geven. Bij deze activiteiten ontmoetten zij vooraanstaande mensen en Mabuni werd aangezet om zich in Japan te gaan vestigen.
Zijn Japans gedicht geeft hier blijk van:
Nanigotomo Uchiwasuretari
Hisasurani Bunoshima Sashite
Koguga Tanoshiki
Dit gedicht kan men op verschillende wijze vertalen:
Forgetting mundane things
When striving for the martial isle
paddling is joy
(World shito-ryu karate-do Federation)
With a single heart
devoting myself to nothing else
it gives me bliss to pull on the oars
for the island of karate-do
(The 3rd shito-ryu karate-do world championships program booklet)
When the spirit of karate-do (bu) is deeply embraced
It becomes the vehicle (described as a boat) in which one is ferried
Across the great void to the world within (described as bu-island)
(Kyoshi Patrick McCarthy)
Clearing my mind of everything
With devotion and joyful anticipation
I row my boat toward the island of Bu
(Shito-ryu: the island of budo, video)
Aangezien grootmeester Funakoshi in Tokyo woonde en het karate nog weinig naam had gekregen bedacht Mabuni dat hij in een andere stad moest gaan wonen. In 1929 emigreerde de familie Mabuni naar Japan en zij vestigde zich in Osaka. Aldaar opende hij vrij snel de Yoshukan dojo. Japan had in die tijd een soort overheidsinstantie die alle vechtkunsten onder haar hoede nam: de Dai Nippon Butokukai. Deze instantie had o.a. tot taak de verschillende kunsten te formaliseren. Wilde het karate toegelaten worden dan diende zij zich te registreren. Tevens werden alle leraren door deze instantie gecontroleerd en degenen die naar de mening van de Butokukai bevoegd waren om les te geven kregen de zogenaamde ‘budo-menjo’ of de ‘shihan-menjo’. Dit waren een soort diploma’s om aan te geven dat deze meesters bevoegd waren om les te geven. Op die manier werden alle andere meesters die zich niet lieten registreren buiten de wet geplaatst. Aangezien Mabuni dit niet wilde diende hij zijn karate te laten registreren en van een naam en een logo te voorzien. In 1934 had hij al besloten om zijn karate te vernoemen naar zijn twee leermeesters, namelijk grootmeester Ankoh Itosu en grootmeester Kanryo Higaonna. Mabuni refereerde vaak aan Mabuni-ryu als zijn stijl van karate, echter volgens Gima Shinken was Mabuni veel te bescheiden om de interpretatie van zijn stijl naar zichzelf te vernoemen. Het duurde nog tot 1939 eer Mabuni de naam Shito-ryu formeel bij de Butokukai liet registreren. In de Japanse taal heeft een Chinees karakter (kanji in het Japans) meestal meer dan één betekenis. Dit linguïstisch fenomeen wordt ook wel genoemd ‘onyomi’ (het Chinese schrift) en de ‘kun-yomi’ (het Japanse schrift). Shi van ‘shito’ wordt ook wel gelezen als ito zoals in de Okinawaanse naam Itosu. To wordt ook wel gelezen als ‘higashi’ zoals in de Okinawaanse naam Higaonna. Op die manier nam Mabuni de eerste delen van hun namen en noemde zijn stijl SHITO-RYU.
Tevens was grootmeester Mabuni van mening dat een karatestijl ook een morele en filosofische basis diende te hebben. Hij gebruikte de stellingen uit de dojokun om hier aan te voldoen. Zo is er het vijfvoudige pad van Shito-ryu (Go Do Shin). Hierin staan de belangrijkste regels die als morele en filosofische basis dienen voor de beoefening van het Shito-ryu.
Mabuni was eveneens van mening dat elke karateka zich aan dit vijfvoudig pad moest houden en op die manier zou de karateka worden als een soort gentleman. Naast het karate moest de karateka ook andere kunstvormen beoefenen, zo was Mabuni van mening. Door bijvoorbeeld ook bezig te zijn met kalligrafie, literatuur of muziek ontstond een balans tussen hard en zacht, waarbij het karate meer hard en de andere kunstvorm als meer zacht gezien werd.
Een leraar in karate, zo vertelde hij, diende enorm veel aandacht te hebben voor de groei en ontwikkeling van zijn leerlingen. De speciale band tussen leraar en leerling vormt de basis voor de eigen groei, zo vertelde Mabuni vaak.
Als een pragmatisch ingestelde man werd Mabuni enorm beïnvloed door de grote zwaardkunstenaar uit de Meiji-periode, Yamaoke Tesshu (1836-1888). Mabuni citeerde hem vaak door te zeggen: “Wie is volgens jou beter, de schilder die de juiste gereedschappen nodig heeft om zijn taak te volbrengen of degene die gebruik maakt van wat voorhanden is?”.
Zo ook heeft Mabuni in zijn leven vaak gebruik moeten maken van wat er in zijn omgeving aanwezig was. Hij wilde dolgraag naar China om aldaar de gevechtskunsten te bestuderen maar door geldgebrek was hij daartoe niet in staat. Echter door goede relaties aan te knopen met de Chinezen die op Okinawa woonden was hij toch in staat om de kennis en de vaardigheden van hen te leren.
Ondanks zijn succes en faam als karateleraar heeft Mabuni zijn hele leven in financiële problemen gezeten. Het beetje geld dat hij had stopte hij in boeken e.d. om nog meer te weten te komen over de gevechtskunsten. Zelf heeft Mabuni trouwens ook een aantal boeken geschreven:
* Karatejutsu, gepubliceerd in 1933;
* Kobo Jizai Goshinjutsu Karate-kenpo, gepubliceerd op 5 maart 1934. Dit boek bevat de theorie en applicatie van sanchin en seienchin;
* Seipai no kenkyu goshinjutsu hiden karate kenpo, gepubliceerd op 8 oktober 1934. Dit boek bevat naast het kata sepai ook de bubishi. De tweede druk van dit boek kwam op de markt onder de naam kobojizai karate kenpo seipai no kenkyu;
* Karatedo nyumon, gepubliceerd op 10 oktober 1935. In dit boek staan Mabuni’s persoonlijke aantekeningen en dit boek wordt gezien als zijn meestertekst.
In de recensies die Mabuni’s boeken moesten aanprijzen stonden veel lovende kritieken. In deze zelfde advertenties noemde Mabuni zichzelf overigens een Goju-ryu meester.
Mabuni wilde ook nog een boek over zelfverdediging en vrouwen publiceren onder de naam ‘Mabuniryu karate kenpo joshi goshinjutsu’. In een advertentie om dit boek te promoten schreef Mabuni: “schoolmeisjes, huisvrouwen, dames en carrièrevrouwen kunnen ongeacht leeftijd zelfverdedigingsvaardigheden leren opdat ze zullen worden als een groene wilg in een krachtige wind: door mee te buigen overwinnen ze en op die manier behouden ze hun waardigheid als een venus”. Speciaal voor vrouwen had Mabuni twee kata ontwikkeld met daarin verwerkt deze zelfverdedigingtechnieken, namelijk het kata aoyagi en myojo.
Een ander boek wat hij heeft willen publiceren was ‘gojuryu karate kenpo, sochin en kururunfa’. Dit boek omvatte, volgens de advertentie, deze beide kata. Mabuni heeft op deze manier behoorlijk veel informatie nagelaten. Een tweetal opmerkelijke uitspraken van hem zijn:
“Er zijn geen karatestijlen, alleen maar verschillende interpretaties van haar principes.”
“Mensen in karate leggen teveel nadruk op deze ene stijl of die andere stijl, deze ene leraar of die andere, op winnen of verliezen. Dit alles heeft niets te maken met het uiteindelijke doel van karate. Leven in het verleden is net zo dom als de gedachte in de toekomst te kunnen reizen, er is alleen het nu. We moeten allemaal leren om van de schoonheid van het moment te houden zonder voorkeur, zelfs als deze studie een leven lang duurt, dat is de schoonheid van karate. De antwoorden kunnen alleen in het binnenste gevonden worden en degene die de antwoorden gevonden hebben hoeven nooit meer elders te gaan zoeken.”
Tegen het eind van zijn leven had het Shito-ryu zich al ver verspreid en na de dood van grootmeester Kenwa Mabuni op 23 mei 1952 zette zijn twee zonen de stijl verder voort.
Een belangrijke leraar tijdens de bezoeken van grootmeester Mabuni was meester Nakahashi.
Meester Nakahashi was de Europees vertegenwoordiger van Mabuni no Shito-ryu en hij woonde sinds 1977 op het Franse eiland Corsica.
Meester Nakahashi werd op 7 november 1944 in Kobe (Japan) geboren en hij startte met de beoefening van karate op 10-jarige leeftijd.
In 1977 is hij vanuit Japan naar Europa gekomen om zich aldaar op het Franse schiereiland Corsica te vestigen. Van daar uit heeft hij het Shito-ryu, zoals onderwezen in de lijn van grootmeester Mabuni, uitgedragen.
Veelvuldig heeft hij trainingsstages verspreid over Europa gegeven en tevens kwam hij vanaf 1992 bijna elk jaar ook in Nederland om trainingsweekenden in het Shito-ryu te geven.
Meester Nakahashi overleed op 4 juli 2019 op 75-jarige leeftijd.
Als logo koos hij het oude embleem van de familie Mabuni. De cirkel staat voor vrede en harmonie (wa). De lijnen in de cirkel staan voor het Japanse karakter persoon of mensen. Deze beide gecombineerd geeft als interpretatie mensen die vredevol en harmonieus met elkaar samenwerken. Tevens vertelde grootmeester Mabuni dat de twee lijnen in de cirkel ook geïnterpreteerd konden worden als de namen van zijn twee leermeesters.
De lessen van Mabuni waren een samenvoeging van twee hoofdstromen, Shuri-te en Naha-te. Hij gaf beginners met name les in de beginselen van het Shuri-te waarin vooral lineaire technieken en snelheid van bewegen van toepassing zijn. De gevorderden kregen van hem met name les in het Naha-te waardoor ook de energetische principes in het karate getraind konden worden. Alle technieken dienden voorzien te zijn van het principe Shin Gi Tai Ichi oftewel geest, techniek en lichaam dienen één te zijn. De beginnende karateka heeft slechts de techniek als aangrijpingspunt. Via de techniek komt de karateka na een gedegen oefenperiode in aanraking met het tweede aspect, namelijk het lichaam. De techniek is nu zo vaak geoefend en ingeslepen dat deze zo te zeggen een deel van het lichaam is geworden (zij verloopt over ruggenmergsniveau). Als nu uiteindelijk de geest of het hart er ook bij betrokken worden dan zijn alle drie aspecten gebundeld tot één.
De oudste zoon van grootmeester Kenwa Mabuni, Kenei, nam de leiding van de school. Kenei Mabuni werd geboren op 13 februari 1918 in Shuri City (Okinawa).
Doordat hij constant in de omgeving van zijn vader was werd hij al op 7-jarige leeftijd bekend gemaakt met karate. Tevens leerde hij vele andere meesters en andere vechtkunsten kennen.
Na de dood van zijn vader zette hij zijn dojo onder dezelfde naam, namelijk de Yoshukan (het ontwikkelen van superieure vaardigheden en geest) verder. Evenals zijn vader zet grootmeester Mabuni zich helemaal in voor het Shito-ryu karate-do.
Hij heeft de hele wereld overgereisd om de stijl van zijn vader te promoten en er ook voor te zorgen dat de stijl op een juiste wijze verder doorgegeven werd. Hiertoe is hij ook ruim 20 jaar meerdere keren per jaar naar Europa gekomen en in 1996 is hij zelfs bij ons in Nederland te gast geweest.
Soke Mabuni Kenei overleed op 19 december 2015 op 97-jarige leeftijd.